Gelijke Kansen Alliantie

7 november 2017 • Bas Derks • Nationale Onderwijsweek
Gelijke Kansen Alliantie | NOW

 

‘Verschil moet er niet zijn, dat moet je maken’

 

Al meer dan honderd organisaties hebben zich sinds oktober 2016 aangesloten bij de Gelijke Kansen Alliantie. Het is een brede coalitie, met onder andere scholengemeenschappen, stichtingen en initiatieven. Ook 23 grote gemeenten startten hun eigen actieplannen voor gelijke kansen. En ik verwacht dat het aantal aangesloten gemeenten in 2018 nog zal verdubbelen. Veel mensen zijn bevlogen om vanuit hun rol als bijvoorbeeld ouder, leraar, schoolleider, werkgever, sportcoach bij te dragen aan meer kansengelijkheid onder kinderen en jongeren.

Aanleiding voor dat brede offensief was een nogal ernstige vaststelling van de Inspectie van het Onderwijs, verleden jaar, dat de onderwijskansen van kinderen van lager en hoger opgeleide ouders steeds verder uit elkaar lopen. Leerlingen met lager opgeleide ouders komen, ook al zijn ze even slim, op een lager onderwijsniveau terecht dan hun leeftijdsgenoten met hoger opgeleide ouders.

De oorzaken van die ongelijkheid zijn grotendeels bekend. Kinderen met laagopgeleide ouders worden thuis vaak minder aangemoedigd om te leren en hun ouders weten minder goed de weg in het onderwijs. Daardoor stromen ze vaak door naar een niveau dat geen recht doet aan hun talenten. Bovendien zijn ze vaak laatbloeiers, die baat hebben bij het stapelen van opleidingen, terwijl de mogelijkheden daarvoor juist afnemen. En als ze toch doorstromen, vinden kinderen van lager opgeleide ouders het vaak moeilijker om te leren omgaan met een nieuwe schoolomgeving. Dat maakt dat ze vaker uitvallen of toch weer naar een lager niveau gaan.

De Gelijke Kansen Alliantie stimuleert samenwerkingen op alle niveaus. Ouders en leraren werken samen en steunen elkaar bij  de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren. Leraren werken samen in docententeams, waarbinnen ze vaardigheden verder ontwikkelen om ook leerlingen met weinig ‘startkapitaal’ stimulerend onderwijs te bieden. Scholen en onderwijsinstellingen maken de overgangen minder moeilijk.

Maar ook andere partijen, buiten het onderwijs, hebben een belangrijke rol bij het scheppen van gelijkere kansen. Zo kunnen bedrijven jongeren helpen met het vinden van een geschikte stage of het maken van een goede studiekeuze. Daarnaast zijn sport en cultuur belangrijk, omdat ze jongeren de kans geven om op niet-schoolse manier te ontdekken wie ze willen zijn en waar hun talenten liggen.

Gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties werken zo samen en wisselen ervaringen en kennis uit, onderzoeken nieuwe werkwijzen en investeren in de talenten van kinderen en jongeren.

Ook de komende periode blijft kansengelijkheid in het onderwijs een zeer belangrijk thema. Het plan is om steeds meer lokale en regionale allianties te vormen, die leren van elkaars ervaringen en succesvolle strategieën. Onderzoekers zijn daarom ook belangrijk in de Gelijke Kansen Alliantie. Zij volgen nauwlettend wat de effecten zijn van de maatregelen. Op de website van de alliantie staat dan ook een database met wetenschappelijk onderzoek naar nationale en internationale interventies voor gelijke kansen. Zo weten initiatiefnemers welke acties wel en niet werken.

De Gelijke Kansen Alliantie is een geweldig initiatief. Het komt voort uit de diepe overtuiging van velen dat al onze kinderen en jongeren, ongeacht hun afkomst, de kans verdienen om hun dromen waar te maken en volop mee te doen in de samenleving. Wij kunnen daarbij helpen. Of zoals het motto van de alliantie luidt: ‘Verschil moet er niet zijn, dat moet je maken.’

 

Dit artikel is eerder verschenen in de 2017 uitgave van de "Tafel van 10" over gelijke kansen in het onderwijs.

Auteur Bas Derks is Programmadirecteur Gelijke Kansen bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Blijf op de hoogte

Winnaars, evenementen, onderwijsnieuws als je niets wilt missen, meld je je hier eenvoudig aan voor de nieuwsbrief.