“Als bestuurder ben ik onderwijsondersteunend personeel”

5 maart 2019 Nationale Onderwijsweek

 

Typeer jezelf eens als bestuurder?

“Ik beschouw mezelf als onderwijsondersteunend personeel; ik probeer leraren en schooldirecteuren autonomie en vertrouwen te geven om hun werk goed te doen en daarvoor alle randvoorwaarden te regelen. Ik creëer ruimte voor het waarmaken van goede ideeën. En ik ben graag en veel op de scholen. Niet alleen als er iets bijzonders is – de opening van een nieuwe technieklokaal of de eindmusical van groep 8 – maar ook op gewone dagen.”

 

Ruimte voor het waarmaken van goede ideeën, hoe creëer je die?

“Veel geweldige ideeën om het onderwijs te verbeteren stranden door gebrek aan tijd, ondersteuning of geld. Daarom hebben we een innovatiefonds opgericht. Iedereen mag plannen indienen voor een bijdrage uit dat fonds. En – heel belangrijk – die aanvraag hoeft niet langs de directie. Zo ontstaan de mooiste dingen, zoals een buitenpodium om meer met drama te doen, een uitdagend ingerichte klassenbibliotheek, een ondersteuningsgroep voor dyslectische kinderen en programma’s voor hoogbegaafde leerlingen. En de wekelijkse Doevrijdag waarop de groepen 3 en 4 buiten aan taal- en rekendoelen werken door middel van spel en bewegen.

Experimenteren mag met innovatiefondsgeld. Soms blijkt een aanpak niet de goede, daar leren we van. Zo kocht een leraar voor zijn nieuwe technieklessen allereerst een dure 3D-printer. Al snel kwam hij erachter dat hij eigenlijk meer had aan 30 lijmpistolen van de Action.”

 

Hoe werk je samen met de schooldirecteuren?

“Ook directeuren krijgen handelingsruimte om dingen te ontwikkelen, vandaar de verscheidenheid aan scholen binnen onze stichting; ik leg niet van bovenaf op wat we gemeenschappelijk doen. Doordat ze veel samen uitwisselen, brengen ze elkaar soms op goede ideeën. Dan kan iets nieuws dat op één school begint, al heel snel door andere scholen overgenomen worden. Bijvoorbeeld de aandacht voor dyslexie en hoogbegaafdheid, die is er nu echt PCBO-breed. Maar het continurooster, daarop is de helft van onze scholen overgestapt, de rest niet. Problemen, bijvoorbeeld met de personeelsbezetting, lossen we gezamenlijk op.”

 

Naast schoolbestuurder ben je ook bestuurder van de kinderopvang. Waarom?

“Onderwijs en kinderopvang zijn vaak twee gescheiden werelden, dat is – naar mijn mening – een gemiste kans. Als je die twee samenbrengt, krijg je een doorgaande pedagogische lijn. Bovendien kun je heel goed de binnen- en buitenruimtes van elkaar gebruiken, creatief omgaan met geldstromen en personeel flexibel inzetten. Waarbij natuurlijk wel rekening gehouden moet worden met de verschillende cao’s.”

 

Hoe doe je dat, creatief omgaan met geldstromen?

“Met de vragen: ‘Wat is praktisch, wat is haalbaar en wat laat de regelgeving toe?’ kom je heel ver. Met kinderopvanggeld hebben we een nieuw gebouw neergezet, dat ook voor onderwijs gebruikt wordt. Met geld voor vroegsignalering van problemen bij peuters zijn de intern begeleiders van onze scholen geregeld in de peutergroepen. Zij kunnen de pedagogisch medewerkers adviseren over de aanpak en zij zijn degenen die de kinderen gaan begeleiden als ze eenmaal op de basisschool zitten. En ook vakleerkrachten en onderwijsassistenten kunnen desgewenst een volledige baan krijgen door zowel in het onderwijs als in de kinderopvang te werken.”

 

Wat merken jullie van het lerarentekort?

“Dit schooljaar kreeg ik op de valreep de formatie rond. Maar de invalpool is leeg, dus ik hoop dat de komende griepgolf aan ons voorbij gaat. Ik probeer goede mensen aan ons te binden, stagiaires bijvoorbeeld. Mensen die eenmaal hier werken, haken niet snel meer af. Dat komt door de ruimte die ze krijgen voor eigen plannen, de scholingsmogelijkheden en de goede begeleiding binnen ons driejarige startersprogramma. Ik doe mijn best om een mooie mix van personeel te krijgen wat betreft man-vrouw en ervaring-jeugd. Dat werkt voor iedereen het fijnst.”

 

Wat doen jullie aan scholing?

“Inhoudelijk met je beroep bezig zijn zorgt voor behoud van enthousiasme. Daarom organiseren we – naast allerlei trainingen en cursussen – enkele keren per jaar een PCBO Academy voor personeel en ouders. Dit jaar tijdens de Nationale Onderwijsweek komt Annemarie van Gaal spreken over ondernemerschap. Verder steken we geregeld ons licht elders op: Ossenzijl of Veenendaal, IJsland of Amerika. Het is goed om te zien hoe andere scholen het anders doen; dat zet je aan het denken. Een paar leraren doen een masterstudie, daar krijgen ze tijd voor. En alle leraren mogen een dagdeel per jaar ergens anders in de klas kijken, binnen of buiten PCBO. Ze regelen dat zelf en ik zorg voor vervanging.”

 

Kan elk bestuur deze ruimte maken?

“We zijn niet rijker dan andere besturen; wel maken we andere keuzes: onze overheadkosten zijn laag omdat we opvang en onderwijs zoveel mogelijk geïntegreerd hebben. Bestuursleden binnen de kinderopvang verdienen vaak fiks; terwijl ik geen extra salaris krijg voor die bestuursfunctie. Dat geld is dus beschikbaar voor onderwijsverbeteringen.”

 

Afsluiter

PCBO Meppel heeft 1.600 leerlingen (iets meer dan de helft van de Meppelse kinderen), 140 leraren en 60 pedagogisch medewerkers bij de kinderopvang.

 

Blijf op de hoogte

Winnaars, evenementen, onderwijsnieuws als je niets wilt missen, meld je je hier eenvoudig aan voor de nieuwsbrief.