Nieuwe perspectieven met partner Cito
Cito is voor stichting Nationale Onderwijsweek een belangrijke partner op het gebied van het onderwijs van nu en de toekomst. Dit jaar jureert Cito niet alleen bij de Nationale Onderwijstalenten, maar ook bij de Nationale Onderwijsprijs. Saskia Wools, voorzitter van de Raad van Bestuur van Cito, vertelt over nieuwe perspectieven, verandering van binnenuit en de kracht én beperkingen van toetsen.
Ruimte voor gesprek
Saskia kwam achttien jaar geleden als stagiaire met een missie binnen bij het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito). ‘Omdat ik niet zo van toetsen houd. Ik geloof sterk in individuele verschillen, terwijl toetsen over het algemeen worden gemaakt voor groepen. Dat moet toch anders kunnen, dacht ik.’ Inmiddels is ze opgeklommen tot voorzitter van de Raad van Bestuur van Cito, met 550 medewerkers het grootste toetsbedrijf van Nederland.
Het partnerschap tussen Cito en de Nationale Onderwijsweek vindt ze waardevol: ‘De Nationale Onderwijsweek creëert de ruimte om het gesprek aan te gaan met leerkrachten, ib’ers of schoolleiders. Ik geloof echt in de kracht van gesprekken, omdat dat zorgt voor andere perspectieven die ons verder kunnen helpen.’
Weten waar je staat, helpt je verder op weg
Cito gelooft in een wereld waarin iedereen een eerlijke kans krijgt om zich te ontwikkelen. Saskia: ‘Daarom maken wij leren zichtbaar. Zodat je zicht hebt op waar je staat en waar je naartoe kunt. En je met vertrouwen je volgende stap kunt zetten.’
Het thema ‘Samen er dwars doorheen’ van de Nationale Onderwijsweek resoneert goed bij Saskia: ‘Ik ben nu bijna drie jaar bestuurder bij Cito en hoop een verandering van binnenuit te kunnen bewerkstelligen. De doorstroomtoets, de centraal schriftelijke eindexamens en het leerlingvolgsysteem zijn waardevolle instrumenten. Maar ik zie ook dat er veel kritiek op is. Toetsen krijgen te veel gewicht, er ontstaat prestatiedruk en scholen richten zich te veel op de toets in plaats van op breed leren.’
Wools herkent die kritiek: ‘Een toets is ook maar een toets, met allerlei beperkingen. Wij zien onze meetinstrumenten als middelen om talent en potentieel zichtbaar te maken en ontwikkeling mogelijk te maken. Maar dat is niet hoe ze in de praktijk gebruikt en gepercipieerd worden. Ik denk dat veel mensen niet tegen toetsen zijn, maar wel tegen de manier waarop ze worden gebruikt, de positie die ze hebben in het onderwijs en hoe het onderwijssysteem in elkaar zit.’
Samen er dwars doorheen!
Saskia ziet de sleutel in een gezamenlijke beweging: ‘Daar moeten we dus “samen dwars doorheen”; dat vraagt wel iets van individuen, organisaties en het stelsel. Er zit enorm veel creativiteit in het onderwijs, maar vaak blijft die lokaal. We zijn specialisten in leren, maar leren nog te weinig van elkaar. Onderwijsorganisaties - zoals ook wij van Cito - zouden daarom vaker het gesprek moeten voeren met leraren en schoolleiders. Niet alleen om te luisteren, maar ook om inspirerende voorbeelden breder te delen.’
Inspiratie, nieuwe perspectieven en de blik naar buiten
In september en oktober gaat een aantal medewerkers van Cito aan de slag met de voorselectie van de aanmeldingen voor de Nationale Onderwijstalenten en de Nationale Onderwijsprijs. De jurering is voor de betrokken medewerkers een cadeautje. Saskia: ‘Bij Cito werken 550 mensen. Een heel groot deel daarvan is onderwijskundige of heeft voor de klas gestaan; écht mensen met een onderwijshart dus. De jurering van Cito is voor hen een manier om de blik naar buiten te kunnen richten, waarbij ze geïnspireerd worden en nieuwe perspectieven krijgen. Hoopvolle perspectieven, omdat je ziet wat voor innovatiekracht en creativiteit er in het onderwijs aanwezig is.’
Dat sluit mooi aan op de beweging die Cito maakt, sluit Saskia af: ‘Want bij Cito geloven we dat toetsen pas betekenis krijgen als we ze maken met moed, creativiteit en een oprechte belangstelling voor de expertise en drijfveren van anderen.’
En blijf op de hoogte van Winnaars, evenementen, onderwijsnieuws.
Inschrijven